Voor veel mensen zijn vleermuizen onbekend tot ze er in huis mee worden geconfronteerd. Dit gebeurt meestal in de zomer. ‘s Winters houden vleermuizen immers een winterslaap in een grotachtige omgeving zoals mergelgroeven, forten, bunkers, ijskelders,…dus niet in huizen. In de zomer groeperen de vrouwtjes zich in zogenaamde kraamkolonies van een twintigtal tot honderd exemplaren om hun jong ter wereld te brengen. Hiervoor gaan ze op zoek naar warmere plaatsen: vooral holle bomen, maar ook zolders, spouwmuren en aftimmeringen van daken komen in aanmerking. De dwergvleermuis, onze meest voorkomende en tevens kleinste vleermuizensoort – ze past in een luciferdoosje – heeft een uitgesproken voorkeur voor huizen. Meestal vestigen deze vleermuisjes zich op een afgesloten plek zoals in een spouwmuur. Het is dan ook bijna onmogelijk om ze de toegang onmogelijk te maken: het kleinste spleetje volstaat! Bovendien zijn ddwergvleermuizen zeer plaatsgetrouw en betrekken ze jaren achter elkaar dezelfde kolonie.
Wat doen vleermuizen in huizen?
Bevallen… De vrouwtjes verzamelen zich in kraamkolonies terwijl de mannetjes rustig op zichzelf, dus niet in groep, ergens meestal in een holle boom verblijven. Een vleermuizenwijfje krijgt jaarlijks één jong. Dat hangt natuurlijk samen met de vliegende levenswijze van deze zoogdiertjes: een drieling weegt te zwaar om nog te kunnen vliegen. Ter compensatie van deze zeer trage voortplanting (zeker in vergelijking met de ‘gewone’ muizen) worden vleermuizen dan weer zeer oud: soms tot twintig jaar en ouder. Gewoonlijk worden de jongen van de dwergvleermuis in juni geboren, en op drie weken tijd zijn ze volledig ontwikkeld. Op dat moment verlaten de moedervleermuizen de kolonie om op zoek te gaan naar mannetjes om mee te paren. De jongen kunnen nu voor zichzelf zorgen maar blijven nog wel enige tijd in de kolonie omwille van de warmteregulatie. In een warme zomer valt de kolonie sneller uit elkaar dan in een regenachtige zomer. In september kan je ervan uitgaan dat de kolonies verlaten zijn. Slapen… De vleermuizen brengen de tijd in huizen vooral slapend door. Overdag slapen ze en bij het invallen van de duisternis vertrekken ze op jacht.
Hoeveel vleermuizen zitten er op één plaats?
De kolonies bestaan gewoonlijk uit een twintig tot honderd vrouwtjes. Je kan ze tellen door bij valavond de uitvliegopening te zoeken. Eén voor één verlaten de vleermuizen dan hun schuilplaats om op jacht te vertrekken terwijl de jongen achterblijven in de kolonie.
Brengen vleermuizen schade toe?
In principe zijn vleermuizen onschadelijk – het zijn geen knaagdieren, dus ze knagen nergens aan. Als insecteneters is hun gebit daar immers niet op voorzien – in tegenstelling tot vogels maken vleermuizen geen nesten en brengen dus geen nestmateriaal naar binnen – de mest die vleermuizen produceren bestaat uit onverteerbare resten van insectenpantsers. Dit is volledig droog en verspreidt geen stank. Meestal valt de mest in de spouwmuur, waar het absoluut geen kwaad kan. Het werkt zelfs isolerend! Valt de mest op de drempel of vensterbank (bijvoorbeeld als de vleermuizen zich in een rolluikkast hebben gevestigd) dan is het mogelijk om een plankje aan te brengen onder de invliegopening om daarop de keuteltjes op te vangen.
Vleermuizen zijn beschermd
Alle inheemse vleermuizensoorten (een 18-tal) zijn beschermd: ze mogen niet worden verstoord, verjaagd, aangeraakt, vervoerd of gedood. Ook hun verblijfplaatsen mogen niet worden verstoord. Wil je vleermuizen de toegang tot je woning ontzeggen, wacht dan tot in het najaar wanneer ze vanzelf vertrekken. Sluit dan alle mogelijke openingen aan de dakrand af met isolatieschuim of siliconen. Als vleermuizen in een rolluikkast verblijven, dan is het mogelijk om borstels aan te brengen aan de sleuf.